Van 4.092,2...
Blijf op de hoogte en volg Stef
27 Mei 2015 | Maleisië, Kota Kinabalu
Dus weer een hoofdstuk voor mezelf. Nadat de meiden weg waren ging ik terug naar mijn hostel en stelde ik een aantal financiële zaken op orde. Die avond vroeg naar bed gegaan. De volgende morgen zat er iemand aan de ontbijttafel die geïnteresseerd was in het beklimmen van de Kinabaluberg. Maar dat was een vrij duur grapje omdat ze er een tweedaagse trip van maken in het park dat beheerd wordt door de dochter van de president. Dit zou ruim €200,- zijn en daar ging ik niet aan meewerken. Maar een Brit hoorde het verhaal en vertelde ons dat het ook mogelijk was in één dag en dat het dan €70,- zou zijn. Dat klonk me al veel beter in de oren en de geïnteresseerde aan de andere kant van de tafel was hier ook wel voor in. Dit bleek een Canadees te zijn met Servische roots genaamd, Igor. Igor kende nog een stel Canadezen en er kwam ook nog een Hollander op bezoek. Er was een meisje bij en de mannen droegen allen baarden. Rob, Blair, Igor en ik konden op een of andere manier best broers zijn. Allemaal donkerblond tot blond haar en baarden. Maar goed, na een avondje doorzakken was het de volgende dag tijd om naar de berg te verkassen.
In de minibus ernaartoe een Duitser ontmoet die bij Jungle Jack ging slapen en die ook de klim zou regelen. Het bleek dat Jungle Jack een hostel runt en voor veel voordeligere prijzen zorgt bij de tweedaagse klim. Toen we uit de minibus stapte besloten om ook even bij Jungle Jack langs te gaan, maar voor we het wisten reed Jungle Jack al voorbij met de Duitser van de minibus, utterde enkele zinnen en we zaten in de bus, werden we getrakteerd op lunch en nam Jungle Jack ons daarna mee naar het parkhoofdkwartier om onze permit voor de volgende dag te regelen. De dag ervoor ook nog een Deens meisje tegengekomen en omgehaald om met z’n drieën de berg te beklimmen omdat dit het voordeligste was met een gids. Jungle Jack (JJ) vertelde ons dat we een verhaal op moesten hangen dat we al vijf dagen een permit probeerde te krijgen en dat morgen de laatste kans was omdat we de volgende dag een ochtendvlucht naar Taiwan hadden. De eendagsklim mag in principe maar door acht mensen per dag worden gedaan volgens de regelementen. Maar met het goede advies van JJ kregen we toch een permit en klommen de volgende veertien klimmers naar de top.
JJ is een man van 60 die een hostel runt bij de berg dat bestaat uit containers waar in geslapen kan worden en verder alle benodigdheden die nodig zijn. Er was maar één regel: “When using dishes, clean your fucking glass and plate, mate” en er mocht in de keuken ook niet gerookt worden. Het hostel was aan de dure kant met €12,50 per nacht maar dan waren er wel drie maaltijden inbegrepen en bij JJ kon er onbeperkt volkorenbrood worden gepakt met eieren, kaas, tomaat en komkommer. Dus ik heb mijn deel er prima uit kunnen eten. JJ is een van de meest aparte persoonlijkheden die ik deze trip heb meegemaakt. Hij praat meestal in de derde persoon en noemt zichzelf Jungle Jack, Uncle Jack, Crazy Jack of een combinatie van al het voorgaande. Hij is er alleen op uit om backpackers zo goedkoop mogelijk de berg op te krijgen. Hij heeft het niet zo op de dochter van de president die een monopolie heeft op het park. Zo raadt hij alle klimmers aan om gratis naar het buffet te gaan op 3km hoogte en niet de €15,- te betalen die ervoor gevraagd wordt. Er hangen zelf blaadjes met de vraag of Jungle Jack gasten gelieve voor het buffet willen betalen. JJ raadt iedereen dit aan om dit toch niet te doen en is tevreden wanneer zijn gasten de buikjes rond hebben zonder de extra kosten. Dus iedereen die de berg een keer gaat beklimmen raad ik aan om bij JJ te verblijven.
En welnu, de klim. ’s Morgens vroeg gewekt door JJ om te zorgen dat we zeven uur bij het park waren. Een goed ontbijt gehad, twee sandwiches gemaakt en mijn twee gekookte eieren vergeten mee te nemen. Niet zo veel te eten dus bij de klim. Twintig minuten na zeven begon het groepje van de Canadees, de Deen en de Hollander en dit is verder geen grap ofzo. Er was natuurlijk ook een gids bij. Igor en ik hadden iets langere benen en klommen dus wat sneller De gids zei ons om andere groepjes te volgen en vanaf dat moment hebben we eigenlijk geen gids meer gehad. De klim ging prima in eerste instantie en we lagen mooi op schema. Voor de eendagsklim moet je namelijk voor 11u bij de 3km poort zijn en voor 1u op de top. Alleen JJ zei: “screw them, you paid, you get to the top no matter what!”. Na de poort begon het voor mijj een ware uitputtingsslag te worden. Mijn benen voelde niet moe. Mijn conditie leek ook in orde maar na 3000m hoogte kreeg ik erg veel moeite met ademhalen. Na vijf stappen was ik compleet buiten adem en kon ik maar moelijk op adem komen als ik stilstond. De eerste gids met de Amerikaanse berggeit uit Colorado sprintte vrolijk naar boven. Alleen ons groepje kreeg het steeds lastiger. Toch kreeg ik een bepaald stuk een goed stukje moed en wist ik uit te lopen op de groep. Op dit moment beklom ik de berg in mijn eentje op grote stukken graniet die redelijk vlak waren. Hier werd het pad aangegeven met een touw en dat kon worden gebruikt voor de klim. Het was droog en het graniet zorgde voor genoeg grip dus het touw was niet nodig om vast te pakken. De extra moeite die het kostte om het zware touw op te pakken was het voor mij ook niet waard om er aan te beginnen. Nu begon het echt zwaar te worden. Horizontaal was het nog maar een kilometer lopen maar ik kon haast niet meer. Mijn longen kregen geen lucht. Mijn brein gaf aan om te stoppen. Steeds maar weer zoeken naar de wil om verder te klimmen. Proberen op adem te komen maar het lukt niet. Toch maar weer een paar stappen zetten. Mijn idee om mijn stappen te tellen werkte echter wel best goed. Mijn ademhaling was een stuk beter en ik wist grotere stukken af te leggen door te zeggen dat ik 100 stappen ging zetten. Ik begon met grote stappen en de laatste paar stappen waren verschuivingen van centimeters. Na zo’n reeks stappen had ik rust nodig en ging ik zitten of liggen. Had ik het gevoel dat ik over moest geven. Mijn Hollandse lichaam bleek allerminst gewend aan dit soort omstandigheden. Op 500m horizontaal van de top met de top in zicht kwam ik de eerste gids met de Amerikaanse berggeit op de terugweg tegen. Ze verzekerden me dat het niet meer ver was. Alleen nog een vermoeiend stukje klimmen. Dit duurde nog een half uur en met veel stops zelf toen ik nog maar 10 meter te gaan had bereikte ik in m’n eentje de top. Ik ging op een rots liggen, ogen dicht, stopwatch stop (t= 5u34min) en te moe om van het uitzicht te genieten. Hier lag ik te wachten tot anderen ook de top bereikte. Na een half uur nog steeds lichtelijk buiten adem.
Het uitzicht was ver maar bestond voornamelijk uit wolken. De andere gidsen lieten hun klimmers maar 5-10min op de top en dan was het volgens hen tijd voor de afdaling. Omdat Igor en ik geen gids hadden bleven we een uur voordat we begonnen met afdalen. Pas toen we alweer een stuk onderweg waren kwamen we onze Deense vriendin tegen. Ze moest nog een stukje maar ze ging het ook halen. Wel pas na 1u maar dat is dus blijkbaar geen probleem. Vermoeit gleden Igor en ik het graniet af. Wankelend op onze benen ging het afdalen niet erg snel. Pas toen we een korte stop hadden op 3km en de zuurstof in de lucht meer aanwezig was kreeg ik het weer te pakken. Vanaf hier daalden we snel af. Het had inmiddels wel geregend en het was erg glad. Vaak gleed ik uit, sloeg ik m’n enkel half om en moest ik het met pijn bekopen wanneer mijn voet tegen een uitstekende rots gleed. Op vijf km horizontaal had ik op advies van JJ een fles water verstopt en dat was een welkomen dorstlesser. De laatste vijf kilometer gingen redelijk snel en was mijn adem in orde. Iets voor zes bereikten we de entree en daar stond JJ met enkele gasten te applaudiseren voor ons. Bezweet en wel de bus in gegaan en gedoucht. Vervolgens nam JJ ons weer mee uit eten. Fiona (het Deense meisje) was nog steeds niet terug. Inmiddels was het al donker en moest ze dus de afdaling in met een zaklampje doen. Om half 10 was ze pas weer terug en kapot en vermoeid wilde ze alleen nog maar naar bed. Haar afdaling bleek heel erg traag te zijn gegaan en haar knieën hadden erg veel problemen. Haar gids heeft haar nog een heel stuk moeten dragen. Voor mij was het ook een van de zwaarste dingen die ik heb gedaan. Vooral het gebrek aan zuurstof en het door moeten gaan. Een ware uitputtingsslag en JJ zei ons om niemand aan te raden dit te doen als ze niet erg fit zijn. Toch voelde het heel goed om deze berg veroverd te hebben en de volgende dagen flinke spierpijn in mijn benen.
Dat was het weer voor nu vriendjes en vriendinnetjes. De volgende keer zien we hoe Steffie en Igoriaan de Orang Oetangs bezoeken en gaan duiken. Dat willen jullie natuurlijk niet missen dus tot snel maar weer!
-
28 Mei 2015 - 07:29
Tante Margo En Ome Jack:
Wat een spannende ervaring.Je grenzen verleggen noemen ze dat.Pas goed op jezelf. -
29 Mei 2015 - 22:21
Leo Linskens:
Geweldig ik verheug me nu al op het volgend hoofdstuk van je boek. Geniet er nog van.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley